T-bone steak van de barbecue
In november is het misschien wat frisser buiten, maar dat betekent voor mij niet dat de barbecue in de schuur blijft staan. Sterker nog: juist in deze tijd van het jaar is het heerlijk om iets stevigs op het vuur te leggen. De kou in de lucht, de warmte van de kolen en die typische grillsmaak maken het allemaal net wat gezelliger. Een T-bone steak past daar perfect bij. Het is een indrukwekkend stuk vlees, maar de bereiding is verrassend eenvoudig.
Binnen begin je met de voorbereiding. Leg de T-bones op een bakplaat en dep ze goed droog met keukenpapier. Halveer een knoflookbol en wrijf de steaks aan alle kanten in met de snijkant van de knoflook en een beetje olie. Daarna kruid je ze royaal met zout en peper. Meer heeft dit vlees eigenlijk niet nodig.
Buiten warm je de barbecue op voor directe hitte, zo rond de 230 tot 260 graden. Bij een 57 cm barbecue is één brikettenstarter met briketten voldoende. Zodra het rooster heet is, borstel je het schoon. Als je een GBS Sear Grate hebt, is dit het moment om die te gebruiken voor mooie grillstrepen.
Leg de T-bones direct boven het hete vuur en leg de gehalveerde knoflook ernaast met de snijkant naar beneden. Deksel dicht en vier à vijf minuten laten liggen. Daarna draai je de steaks om en geef je de andere kant dezelfde tijd. Voor medium-rare mik je op een kerntemperatuur van 51 tot 54 graden. Wil je ze iets verder garen, schuif ze dan naar de indirecte zone.
Als de steaks klaar zijn, laat je ze vijf minuten rusten. Daarna kun je het vlees met een scherp mes van het bot snijden en in dunne plakken serveren. De combinatie van de malse filet en de stevigere entrecôte maakt deze steak echt iets bijzonders.
Het is een ideaal gerecht voor een frisse novemberavond: weinig werk, veel smaak en precies het soort comfortfood waar je op zit te wachten als het buiten vroeg donker wordt.